Verklarende woordenlijst
1x speed:
Dit is de snelheid van de allereerste cd-romlezers. Dit komt overeen met een overdrachtssnelheid van 150 kilobyte per seconde. Tegenwoordig vind je DVD-romlezers van 50x speed en nog sneller. Een 50x speed is dus 50 keer 150 kilobyte per seconde, ofwel ongeveer 7,3 MB per seconde.
Bij DVD-branders krijg je met drie snelheden te maken. Als er bijvoorbeeld 24x12x50x op het toestel staat, wil dit zeggen dat het toestel DVD’s schijft aan 24x speed, herschrijft aan 12x speed en leest aan 50x speed.
403-error:
Als je deze fout krijgt, dan betekent dat u geen toegang hebt tot die bepaalde webpagina. Meestal komt dit voor omdat u een internetadres hebt willen openen dat niet mag.
Over het algemeen komt deze fout bijna niet voor, meestal is het dan ook een fout van de webmaster.
404-error:
Deze fout is de meest bekende en meest voorkomende fout. Het betekent dat de pagina die u wilde openen niét bestaat. Als u bvb. http://www.YonVie/blablabla.htm wilt openen, zal dit niet lukken. Deze bestaat niet. U zal dan een fout krijgen, de 404 fout.
Deze fout krijgt u soms doordat u een internetadres foutief hebt ingetypt, een fout door de webmaster (dat de webmaster zelf een typfout maakte bij het maken van de website) of dat de pagina niet meer bestaat.
500-error:
Dit is een vervelende fout. Zowel voor u als gebruiker als voor de webmaster. Deze fout nummer 500 krijgt u doordat er een programma niet werkt. Meestal ziet u er ook nog “Internal Server Error” staan. Dit betekent dat er een fout is opgetreden bij het uitvoeren van een programma of bij het oproepen van de website die u wilde bezoeken. De pagina bestaat wel, maar er is ergens iets fout gegaan. Wat de fout is, kan van alles zijn. Een fout in de programmacode, een hardwareprobleem, een fout veroorzaakt door een cracker,…
De webmaster moet ervoor zo snel mogelijk voor proberen te zorgen dat de fout opgelost word. Indien u dus zo’n fout krijgt, kan u enkele uren later of enkele dagen later het nog eens opnieuw proberen. De fout zal dan bij een goede site opgelost zijn.
802.11a/b/g:
Specificaties van draadloze netwerken, waarbij de letter de maximale verbindingssnelheid aangeeft. 802.11b is 11 Mbit en 802.11g is 54 Mbit
@-teken (of at-teken / apenstaart):
Dit is een scheidingsteken dat wordt gebruikt in een e-mail adres om de naam van de gebruiker te scheiden van de domeinnaam van de website of provider.
Dus bijvoorbeeld Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. . In dit voorbeeld betekent dat je de “webmaster” wilt contacteren van de website/provider “YonVie.nl”, dat gevestigd is in “.nl”, dus Nederland.
Account:
Een account kan verschillende betekenissen hebben. De eerste is dat een ‘account’ een Internetabonnement is bij een Internet aanbieder. Je krijgt via hen toegang tot het Internet.
De tweede betekenis is dat een ‘account’ een lidmaatschap is bij een website. Dit hoeft niet altijd betalend te zijn, deze zijn juist regelmatig gratis. Met zo’n account krijg je meestal een gebruikersnaam en een password waarbij je kan gebruikmaken van bepaalde diensten die een website verleent.
Achtergrondafbeelding:
Een achtergrondafbeelding is een foto of figuur die op de achtergrond wordt gebruikt. Op een website is deze zichtbaar achter de tekst. Sommige sites hebben als achtergrond een gewone egale kleur, andere hebben een figuur of foto als achtergrond.
Voorwaarden voor zo’n afbeelding is dat deze niet stoort voor het lezen van de tekst, wat spijtig genoeg best wel vaak het geval is.
Acrobat Reader:
Dit is een programma. Dit programma dat je gratis kan downloaden, zorgt ervoor dat je zogenaamde PDF-documenten kunt lezen. De voordelen van deze documenten zijn dat de maker exact weet hoe het op uw scherm er zal uitzien en hoe ze bij u uit de printer zullen komen. Dit is niet zo bij vele andere soorten van bestanden voor teksten. Het voordeel is bovendien dat het niet uitmaakt wat voor een computer je hebt of welk besturingssysteem je gebruikt. Het werkt met ieder besturingssysteem of computer. Een laatste voordeel is dat deze documenten over het algemeen een heel stuk kleiner zijn dan andere formaten die ook voor tekst dienen..
Het programma is te downloaden via deze link.
Active-X:
Dit zijn softwarecomponenten die kunnen worden gebruikt om programma’s informatie te laten uitwisselen. Dit werd ontwikkeld door Microsoft als alternatief voor de taal Java. Hiermee kunnen bv. functies op een website worden gezet die als rekenmachine kunnen werken of iets anders mogelijk maken dat met de gewone HTML taal niet kan.
Het nadeel hiervan is echter de platformafhankelijkheid (het werkt enkel met computers waar Windows op staat) en de veiligheidsproblemen (door de te grote mogelijkheden van Active-X, kunnen mensen met slechte bedoelingen schade aanrichten aan uw computer).
Door deze beide grote nadelen wordt Active-X relatief weinig gebruikt op website’s.
Administrator:
Administrators zijn mensen die de kennis en de mogelijkheden hebben om een bepaalde software en/of hardware structuur te onderhouden. Bijvoorbeeld: een server administrator zal een server onderhouden. Een Microsoft Certified System Administrator, (MCSA), heeft de systeembeheer kennis voor onderhoud van Microsoft Windows besturingssystemen.
Adobe Flash:
Zie Flash.
Adresboek:
Een adresboek is een lijst met mensen die u heeft ingevoerd met hun gegevens. In een e-mail programma is het adresboek meestal een lijst van namen met hun bijbehorende e-mail adressen. Soms is het ook mogelijk om hun hele adres en zelfs telefoonnummer toe te voegen. Op deze manier kunt u snel de gegevens van iemand oproepen en iemand contacteren.
ADSL:
Dit staat voor Asymmetrical Digital Subscriber Line. Het is een communicatietechnologie die je in staat stelt om via de gewone telefoonkabel grote hoeveelheden data te verzenden, zonder dat het telefoonverkeer er last van ondervind. De snelheid ligt 60 à 70 keer hoger dan die van een normale oude modemverbinding.
De techniek maakt gebruik van dat je op een telefoonkabel tot meerdere MHz informatie kan met verzenden, terwijl we voor gewoon telefoonverkeer daar maar een minuscuul klein stukje van gebruiken (0,004 MHz). Met ADSL maak je gebruik van de volledige capaciteit van een telefoonkabel.
Alias:
Indien je een normaal e-mail adres hebt, kan je ook een alias hebben. Dit is een alternatieve aanduiding van uw e-mail adres, terwijl het toch op uw zelfde adres toekomt.
Bvb. Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. en Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. De laatste is een alias van het eerste. Alles wat naar het tweede wordt gestuurd zal gewoon in de mailbox aankomen van Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. . Als verzender van de e-mail kan je dit ook nooit weten, voor uzelf lijkt het alsof dat ook een gewoon e-mail adres is.
Dit maakt het mogelijk dat mensen onder meerdere namen (schuilnamen) bekend kunnen zijn op het Internet, of meerdere diensten kunnen aanbieden.
Alt-toets:
Een zelfde functie als de Control-toets, maar wordt gebruikt extra mogelijkheden. (je kan alle letters afgaan in combinatie met de Control-toets en met de Alt-toets, wat zorgt voor dubbel zoveel mogelijkheden).
De Alt-toets staat linksonder uw toetsenbord, naast de Control-toets. Deze wordt aangeduid door “Alt”.
Animated gif:
Dit is een bewegende figuur. Deze wordt gemaakt doordat er verschillende GIF-afbeeldingen achter elkaar worden geplaatst en zo worden afgespeeld. Op basis van het principe van een animatiefilm.
Anonymous FTP:
Het ophalen van bestanden met een FTP programma van een publiek toegankelijke FTP server. Wanneer men contact legt met een publiek toegankelijke server, gebruikt men als gebruikersnaam “anonymous” en als wachtwoord uw email adres.
Applet:
Dit is een in de programmeertaal Java geschreven programma dat op een website staat. Met een applet kan je allerlei effecten genereren in je webpagina of spelletjes maken voor op het net.
Java maakt het mogelijk om allerlei dingen mogelijk te maken die op geen andere manier mogelijk te maken zijn op webpagina’s.
Application:
(applicatie, toepassing) één of meerdere programma’s die de gebruiker toestaan gebruik te maken van een computer. Internet Explorer is een toepassing die de gebruiker toestaat web pagina’s te bekijken. Of bijvoorbeeld het programma Paint in Windows is een applicatie om beeldbestanden mee te bewerken.
Archie server:
Een server met een index van alle bestanden op een aantal FTP sites. Als men op zoek is naar een bepaald bestand kan men met een archie client (zoals WS Archie) een archie server raadplagen. Archie is een verbastering van archive (software archief).
ARPANET:
(Advanced Research Projects Agency Network) een netwerk dat de voorloper was van Internet. Het is de jaren zestig en zeventig ontwikkeld door het Amerikaanse ministerie van defensie. Veel van de software en theorieën die gebruikt worden voor Internet zijn ontwikkeld met behulp van ARPANET. De doelstelling van dit netwerk was dat het zo robuust mogelijk moest zijn, dat het een oorlog moest kunnen doorstaan. ARPANET bestaat niet meer.
ASCII:
Dit staat voor “American Standard Code for Information Interchange”. Deze wordt gebruikt voor bestanden die louter ‘platte tekst’ bevatten, zonder opmaakkenmerken.
ASCII is de universele norm voor het omzetten van tekst, getallen en leestekens in binaire gegevens die door om het even welke computer ter wereld altijd correct kunnen worden gelezen.
De ASCII-tabel bevat zo’n 256 verschillende tekens.
Auditing:
Het controleren van het aantal bezoekers op een bepaalde web pagina door een onafhankelijke partij.
AVI:
Dit is de afkorting van Audio Video Interleaved. Dit is een filmformaat ontwikkeld door het bedrijf Microsoft, waarin zowel bewegende beelden als geluid in kan worden opgeslagen.
Een AVI-bestand kan je op verschillende manieren coderen, en daarom bestaan er verschillende soorten AVI. Met allemaal hun eigen kwaliteit en grootte van het bestand. AVI is dus een manier om beeld en geluid samen op te slaan op een computer. Voor op websites word het minder gebruikt omdat het over het algemeen grote bestanden zijn.
Azerty:
Azerty wordt gebruikt voor het aangeven welk soort van toetsenbord je hebt. Er zijn wereldwijd verschillende mogelijkheden. In Nederland gebruiken we het Qwerty toetsenbord. De naam komt van de eerste 6 letters die je kunt aflezen op de bovenste rij letters van uw toetsenbord (onder de cijfers dus). Een ander wereldwijd gebruikt toetsenbord is het Azerty toetsenbord. Dit toetsenbord is echter vooral gemaakt voor Franse taal en bevat Franse tekens. In bv. Engeland en de Verenigde Staten gebruikt men het Qwerty toetsenbord.
Backbone:
Een belangrijke en grote verbinding binnen een netwerk. Het is niet echt mogelijk om aan te geven hoeveel bandbreedte een verbinding moet hebben om een backbone te mogen heten. Een backbone is relatief tot het netwerk waar het in ligt.
Back-up:
Een back-up is Engels voor een reservekopie. Iedereen die belangrijke persoonlijke gegevens opslaat op een computer, moet zo’n reservekopie regelmatig maken. Indien uw computer stuk gaat, of dat er per ongeluk toch bestanden worden verwijderd of er iets anders gebeurt, dan kan u de originele gegevens terughalen van uw reservekopie. Op deze manier hoeft u niet al uw werk opnieuw maken. Aangeraden wordt een reservekopie te maken op een andere computer, op een externe harde schijf, een CD of DVD of op een geheugenkaartje. Bedrijven maken ook zeer geregeld reservekopieën om het verlies van hun gegevens tegen te gaan.
Bandbreedte:
De bandbreedte in de computerwereld heeft niets te maken met de banden van uw uw auto. Waar het echter wel mee te maken heeft is de snelheid van uw internetverbinding. Indien je breedband hebt (ADSL of kabel), Dan is het mogelijk om met hoge snelheid te surfen op het Internet. Indien je ‘smallband’ hebt, dan surf je erg traag. Dit laatste komt in Nederland steeds minder voor. Wij staan op dit moment (2007) als het land met de meeste breedband verbindingen te boek. Als goede tweede volgt Denemarken.
bandwidth:
Zie bandbreedte.
Banner:
Dit is een advertentie op een website, normaal rechthoekig van vorm. Op deze figuur staat reclame voor een bedrijf/website/dienst. De bedoeling is om de aandacht te trekken van de bezoeker van de website en dat die op de advertentie (banner) gaat klikken. Eenmaal op geklikt komt u terecht op de website van de adverteerder.
Een banner kan op zowat alle plaatsen staan op een website en kan soms een gewone afbeelding zijn, maar geavanceerde banners kunnen zelfs kleine spelletjes zijn waarbij je naar de website van de adverteerder gaat indien je gewonnen hebt.
Batch:
Bestand waarin een aantal opeenvolgende commando’s zijn opgenomen, die worden uitgevoerd door het geven van één instructie.
BCC:
Dit staat voor “Blind Carbon Copy”. Dit wordt gebruikt bij het versturen van een e-mail. Je kan adressen ingeven bij het “Naar” (To), bij “CC” of bij “BCC”. Indien u één of meerdere adressen ingeeft voor BCC, dan krijgen al deze mensen de e-mail, maar kunnen niét zien naar wie nog meer de e-mail is verstuurd. Dit is verschillend met de “To” of de “CC”. Indien u daar verschillende adressen bij ingeeft, kunnen de ontvangers ook zien naar wie u het bericht nog hebt gestuurd. Wanneer u wat gebruikt hangt sterk af wat het bericht inhoudt.
Indien u een bericht stuurt naar iemand anders en wilt ook nog een kopie naar een andere persoon sturen, bvb. naar een werknemer en een kopie naar de baas. Dan gebruikt u de “To” of “CC”.
Indien u een bericht verstuurt naar heel wat mensen, bv. een grapje, leuk bericht, mededeling, enz. dan kan u best iedereen plaatsen bij de BCC. Dit heeft als reden dat de mensen niet elkaars e-mail adres kunnen zien. Een kennis van u wilt daarom niet gecontacteerd worden door een andere kennis, die beide wel jou kennen, maar niet elkaar. Dit is ook voor het tegengaan van ongewenste reclame e-mail. (spam)
Bestandsextensie:
De naam van een bestand ziet er bvb. zo uit: “geheim.doc”. Je merkt hier een zelfgekozen naam, een punt, en (meestal) 3 letters die erachter komen. Deze laatste 3 letters (soms ook 2 of 4 letters) zijn de bestandsextensie. Een bestandsextensie is er om aan te geven wat voor gegevens dat bestand eigenlijk bevat. Is het een document (.doc), een figuur (.bmp, .jpg, .gif), muziek (.wav, .mp3, .wmv), video (.avi), een uitvoerend bestand in een programma (.exe) of iets totaal anders? Op deze manier weet jij het, maar ook de computer. Er bestaan duizenden verschillende bestandsextensies. Iedereen die een programma zelf maakt zou er een nieuwe kunnen verzinnen. Gelukkig is het niet nodig deze te kennen. Hier is een lijst met voorkomende bestandextensies.
Besturingssysteem:
Een programma dat van de computer meer maakt dan een kast met elektronische spullen in, het zorgt ervoor dat alles correct samenwerkt, dat u alles kan gebruiken en dat u op gemakkelijke wijze uw computer iets kan laten doen, zonder al te veel kennis. Een computer is de communicatie tussen u als gebruiker en al die apparatuur in de computerkast.
Een besturingssysteem kan Windows 95, 98, Me, 2000, XP of Vista zijn, maar ook Linux, UNIX en Mac OS.
Bijlage:
Een bijlage van een e-mail zijn één of meerdere bestanden die u toevoegt aan de e-mail. Dit kan een programma, document, figuur,… zijn. Het voordeel hiervan is dat u makkelijk foto’s en andere programma’s of documenten naar iedereen kan opsturen.
Een bijlage wordt ook veel aangeduid door zijn Engelse benaming: attachement. Soms is het echter gevaarlijk om een bijlage gewoon te openen, omdat deze mogelijk ook een virus kan bevatten. Wees dus altijd voorzichtig met bijlagen van mensen die u niet kent. Gebruik in ieder geval een goede virusscanner.
Bill Gates:
William (Bill) Henry Gates III, KBE ( Seattle , 28 oktober 1955 ) is een Amerikaanse ondernemer. Gates is bekend als boegbeeld en medeoprichter van de firma Microsoft.
BIOS:
Dit staat voor “Basic Input/Output System”. Dit onderdeel van de pc bevat extreem belangrijke informatie over de configuratie van de computer. Je kunt nagenoeg alle instellingen handmatig veranderen, maar als leek is het niet aan te raden om dit zelf te doen. Aangezien een verkeerde instelling de computer al kan stoppen met functioneren.
De BIOS is zoals gezegd zeer belangrijk, zonder dit kan een computer niet werken. De BIOS wordt altijd geladen telkens als de computer opstart.
Bit:
(binary digit) de kleinste hoeveelheid informatie, een positie die of een 1 of een 0 aan kan nemen.
Blog:
Een persoonlijke webpagina volledig op maat of een soort van dagboek op Internet waarin men vrijuit zijn mening kan uiten. Snel, eenvoudig een eigen website maken zonder enige technische kennis en dit gratis. Een eigen website waar men regelmatig nieuwe dingen op kan plaatsen, wat dit ook is.
Een plaats voor zijn/haar eigen ervaringen, hobby, actualiteit, de politiek, commentaar, over hun activiteiten, plaatselijk nieuws, huisdieren,… Een blog is wat men zélf wenst dat het is.
BMP:
Dit is de extentie van een bitmapafbeelding. Dit is een afbeelding die vrijwel nooit wordt gebruikt op het Internet, omdat het bestand té groot is, en dus ook de tijd die nodig is om de afbeelding in te laden. Op Internet wordt GIF, JPG of andere formaten gebruikt, deze zijn een stuk kleiner en laden wel snel in. De techniek van de afbeelding staat erin het beeld op te delen in hele kleine stukjes (pixels) en vervolgens de kleur op te slaan van elk miniscuul stukje. Dit bestand is echter zo groot omdat het geen enkele techniek gebruikt om de totale grootte te verkleinen.
Bookmark:
Als je een webpagina interessant vindt, kan je in je browser een bookmark van die pagina maken. De browser bewaart dan het adres van die pagina op een aparte plaats, zodat u deze makkelijk achteraf terug kan vinden. Bookmarks worden “favorieten” genoemd in het Nederlands.
Breedbandverbinding:
Dit is op hoge snelheid surfen op het Internet. Breedband is via ADSL of via kabelinternet.
Broncode:
Dit zijn de eigenlijke opdrachten die een programma vormen. Op Internet is de broncode de effectief geschreven code van een webpagina.
Een webpagina is namelijk niet geschreven zoals je ze ziet. Alle opmaak, figuren en dergelijke moeten via een programmataal worden doorgegeven. De broncode bevat deze progammacode.
Browser (bladeraar):
Dit is een programma waarmee je op het Internet kan surfen. Met dit programma kan je pagina’s op het Internet opzoeken en bekijken.
De bekendste browsers zijn Internet Explorer, Firefox en Opera.
Bureaublad:
Het bureaublad is het startscherm dat u ziet indien u Windows hebt opgestart. Typisch staat er de “prullenbak” en “deze computer” op en mogelijk vele andere programma’s. Dit is de plaats waarvan je snel kan vertrekken om iets te doen met uw computer. Meestal zet men achter dit bureaublad een figuur of foto als achtergrond om de computer een persoonlijk tintje te geven.
Byte:
Een groepje van (meestal) acht bits, vaak vertegenwoordigt één byte één karakter. Vaak wordt er gesproken in termen van kilobytes, 1024 bytes en megabytes, een miljoen bytes.
Cache:
Cache heeft verschillende betekenissen, een algemene omschrijving is “een extra stuk geheugen”. De Netscape cache is een een directory waarin een deel van de bestanden die opgehaald zijn tijdens het browsen in opgeslagen zijn. Soms grijpt Netscape terug op de cache maakt daardoor het browsen sneller. Netscape Cache Explorer van Matthias Wolf kan de Netscape cache analyseren en herstellen, waardoor men in beperkte mate offline kan browsen. Disk cacheing houd in dat een computer zoveel geheugen nodig heeft dat het RAM geheugen vol is en data tijdelijk op de harde schijf wegschrijft, een zijsprong die vaak een oplossing biedt, maar wel veel snelheid kost. Moederborden hebben ook cache geheugen, dit is zeer snel geheugen dat tussen de RAM en de CPU zit. Door de cache te gebruiken wint men weer aan snelheid.
Cancel:
Cancel is het Engels voor Annuleren. Annuleren betekent zoveel als dat je het niet wilt doen. Indien de computer een vraag stelt en je wilt niet bevestigen dat hij het mag uitvoeren of dat er iets bepaalds mag gebeuren (je hebt jezelf bv. vergist), dan kan je op Annuleren of Cancel drukken. De benaming is afhankelijk of het programma dat het aan je vraagt Nederlandstalig of Engelstalig is.
Cartridge:
Dit is een synoniem voor een inktpatroon van een inktjetprinter. Deze bevat de inkt waarmee de printer kan afdrukken op papier.
CC:
Dit staat voor “Carbon Copy”. Bij het versturen van een e-mail zal je meestal verschillende mogelijkheden hebben voor het ingeven van adressen. “Naar:” (of “To:”), CC en BCC zal je meestal zien staan. De “Naar:” zijn de gewone ontvanger(s), dit is wat je normaal gebruikt. Indien je expliciet wilt aangeven dat je een kopie naar iemand anders toestuurt (maar het eigenlijk niet naar die persoon specifiek is geschreven), zet je dit adres in de CC. Dit kan bvb. gebruikt worden indien je communiceert met iemand uit een bedrijf en ook een kopie’tje stuurt naar z’n secretaresse.
Cd-rom:
Dit staat voor “compact disc read-only memory”. Een cd-rom, kortweg cd, ziet er net zo uit als een muziek-cd, maar bevat computergegevens, zoals tekst, animaties, afbeeldingen, gesproken tekst en video.
Om een cd-rom te kunnen gebruiken moet je over een cd-romstation beschikken die in de computer ingebouwd is.
Op een cd kan zo’n 80 minuten muziek of zo’n 700 MB informatie staan.
Chatbox:
De chatbox is de plaats die een website u kan aanbieden om te kunnen chatten.
Chatmaster:
Een chatmaster is iemand die een chatbox in het oog houdt. Zoals moderators van een forum zijn zij eigenlijk zoals de politie voor de chatbox. Steeds je vriend, je kan er alles aan vragen, maar als je slechte bedoelingen hebt met de chatbox, zullen ze je vijand nummer 1 zijn.
Zij hebben de mogelijkheid om iemand even buiten te gooien (kicken genaamd) of iemand voor langere tijd uit te sluiten (bannen genoemd). Ook is het mogelijk dat na meerdere malen het overtreden van de regels dat een persoon permanent wordt buitengesloten (permanente ban).
Chatten:
Chatten is praten via het Internet. Je moet een schuilnaam opgeven en dan kom je in een virtuele kamer terecht. Iedereen die op dat ogenblik in dezelfde kamer zit, kan jij met praten. (chatten)
Het praten via Internet is wél via het toetsenbord. Dus in plaats van alles te zeggen, typ je alles in wat je wil zeggen. De andere chatters kunnen dan jouw berichtje lezen op het scherm.
Dit is dus effectief met elkaar praten, de andere mensen zitten op dàt ogenblik ook voor hun computer en zitten in dezelfde chatbox. Mensen die op dat ogenblik niet aanwezig zijn, kun je niet mee communiceren.
Compressie:
Dit is een techniek die data verkleint zodat een bestand kleiner van omvang wordt. Dit doet men door allerlei technieken. Deze kunnen ingedeeld worden in compressie zonder verlies en verliezende compressie. De verliesloze compressie is op een manier zodat er geen gegevens verloren gaan maar via speciale technieken terug het originele kan gemaakt worden. De verliezende compressie zijn technieken om bestanden te verkleinen met verlies van gegevens. Dit kan door bijvoorbeeld onbelangrijke gegevens weg te laten, gegevens weg te laten die je toch niet ziet/hoort, enz.
Configureren:
Configureren moet gebeuren om ervoor te zorgen dat alle onderdelen van uw computer samen kunnen werken en dat er geen “ruzie” optreedt tussen de verschillende programma’s die deze willen gebruiken. De belangrijkste en meeste dingen gebeuren automatisch (en zijn meestal juist), sommige dingen moet je evenwel handmatig doen, dit om je persoonlijke voorkeuren in te stellen. Een van de taken van de PC Dokter is uw computer optimaal te configureren. Zodat u er met veel plezier gebruikt van maakt.
Control-toets:
De control-toets wordt gebruikt voor allerlei doeleinden. Meestal wordt deze ingeschakeld voor de ‘sneltoetsen’. De Control-toets in combinatie met een andere toets op het toetsenbord (meestal letters) zal ervoor zorgen dat er iets zal uitgevoerd worden. De combinatie van bv. de Control-toets en de letter ‘p’ zal ervoor zorgen dat er wordt afgedrukt.
De Control-toets staat linksonderaan uw toetsenbord en wordt meestal aangeduid door “Control” of “Ctrl”.
Cookie:
Een cookie is een klein bestandje dat op je computer wordt geplaatst. Cookie is het Engels voor koekje. Het heeft niets te maken met gebak. Een cookie wordt op je computer gezet tijdens het rondsurfen op het Internet. Een website kan zo’n cookie gebruiken voor allerlei dingen. Men kan er een code in opslaan zodat men je later kan herkennen. Men kan er instellingen in opslaan zodat je het maar eenmalig hoeft op te geven en dat deze in de toekomst niet meer ingevoerd hoeven te worden.
Op veel sites waar inloggen gebruikelijk is word een cookie gebruikt om te onthouden welk wachtwoord en gebruikersnaam je hebt ingegeven. Op deze manier hoef je niet telkens deze gegevens opnieuw in te voeren.
CPU:
(Central Processing Unit, CVE, Centrale Verwerkings Eenheid) de centrale chip die al het rekenwerk doet, het hart van de computer. De chips die op dit moment veel gebruikt worden zijn chips van Intel en AMD.
CRT:
Dit komt van “Cathode Ray Tube” of in het Nederlands een cathodebuis. Dit is de technologie die gebruikt wordt om televisies en computerschermen te maken. Meer en meer wordt deze ‘oude’ technologie vervangen door de TFT en LCD schermen. De CRT schermen zijn namelijk zeer dik, verbruiken veel energie en zijn ongezond voor de ogen.
Crackers:
Dit zijn hackers die de informatie die ze op illegale wijze verzamelen en misbruiken door de gegevens te wijzigen, verwijderen, misbruiken of door te verkopen.
Cybercafé:
Dit is een plaats waar je onder het nuttigen van een drankje kan gebruikmaken van pc’s om op het internet te surfen. Soms moet er nog extra bijbetaald worden om te mogen surfen.
Een cybercafé maakt het mogelijk dat je kan gebruik maken van een computer en van een Internetverbinding, dit terwijl je er zelf geen hebt. Deze zijn in eerste instantie handig om te leren werken met Internet voor je beslist zelf het effectief aan te schaffen. Ook zijn ze zeer handig voor mensen die regelmatig in het buitenland zitten en toch even hun e-mail willen nakijken of naar hun favoriete website te surfen.
Dail-up verbinding:
Dit is een inbelverbinding bij een provider. Met een telefoonlijn, een modem en je computer kan je hiermee contact maken met je provider, hierdoor kan u toegang krijgen tot het Internet.
Data traffic:
Data traffic ofwel in het Nederlands dataverkeer is de hoeveelheid van gegevens (data) die worden getransporteerd. Indien je op het Internet rondsurft en je bekijkt een webpagina, dan zijn dit allemaal gegevens die zijn doorgestuurd van de website naar je computer. Tekst, figuren, tabellen, muziek, enz. zorgen allemaal ervoor dat gegevens moeten worden uitgewisseld tussen de website en je computer. En dit dataverkeer is wat geld kost aan zowel de website als aan je provider. Sommige providers stellen een limiet aan het maximale dataverkeer dat je mag gebruiken per maand. Een normale gebruiker blijft altijd onder de limiet en heeft hier geen problemen mee. Sommige gebruikers hebben echter zoveel gesurft op het Internet of zoveel muziek of video binnengehaald dat ze over de limiet gaan. Afhankelijk van de provider zal er een sanctie worden opgelegd (een waarschuwing, een beetje bijbetalen, het afsluiten van verbinding, een duurder abonnement, enz.). De website zelf moet ook voor deze data traffic betalen. Alle bezoekers die de webpagina bezoeken zorgen dus voor dataverkeer. Hoe meer bezoekers, hoe meer dataverkeer, hoe meer de website kost.
Database:
Een database is een plaats waar gegevens in worden bewaard op een zeer gestructureerde wijze. Een database, ofwel gegevensdatabank in het Nederlands, laat toe dat er krachtige programma’s hierop kunnen werken. Een database wordt bv. gebruikt op het Internet voor het opslaan van e-mail adressen van een bedrijf zijn klanten, klantgegevens bij een Internetwinkel, enz.
Digipass:
Dit is een klein toestel dat lijkt op een rekenmachine. Dit wordt gebruikt om veilig online te bankieren. Elk toestel is uniek en elk toestel genereert unieke codes zodat de bank wéét dat je dat toestel hebt, zodat een oplichter of cracker niet kan inbreken in uw rekeninggegevens, omdat men deze digipass nodig heeft. De digipass zelf is beveiligd met een PIN-code zodat een dief ook niets met het toestel alleen kan aanvangen.
Domeinnaam:
Een domeinnaam is de naam van een website. “YonVie.nl” is de domeinnaam van de Compucor PC Dokter. Het is wat staat na de “www” van een adres, tot aan het “/” of “?” teken. Indien je een internetadres hebt als http://YonVie.nl/Actueel.html dan is ook hier “YonVie.nl” de domeinnaam.
Een domeinnaam is uniek. Er bestaat maar één “YonVie.nl” op de hele wereld. Een domeinnaam is niet gratis. Hiervoor moet je betalen.
De registratie van zo’n domeinnaam en het beheer ervan gebeurt door een handvol bedrijven op deze wereld.
Zoals je al zal gemerkt hebben is het dus mogelijk dat “YonVie.nl” zowel een “.nl” als een “.com” kan zijn. In principe kùnnen dit twee verschillende websites zijn en in het geval van deze website bestaat er alleen een nl uitvoering.
Downloaden:
Dit is het binnenhalen van bestanden (figuren, programma’s, webpagina’s,…) op je computer via het Intenet. Tegenwoordig word er veel muziek gedownload. Dit is ten nadele van de mensen, artiesten die deze muzieken of films maken. Er word namelijk over het algemeen niet voor betaald. Er is een stichting genaamd BREIN die probeert dit tegen te gaan door te speuren naar on- en offline piraterij.
Dpi:
Dpi staat voor ‘dotch per inch’. Het is een maateenheid om het aantal beeldpunten per inch (= 2,54 cm), en dus de kwaliteit van een illustratie. Hoe hoger dit getal, hoe hoger de kwaliteit.
Dit wordt gebruikt om de kwaliteit uit te drukken van foto’s en andere afbeeldingen op de computer zelf, maar meestal voor de kwaliteit van het afdrukken van een printer.
Driver:
Dit is Engels voor een stuurprogramma, een klein programmaatje dat een randapparaat afstemt op de pc. Het zorgt er dus met andere woorden voor dat het goed werkt. Je hebt een driver nodig voor élke hardware dat je in je computer hebt zitten of er langs buiten bij aanschakelt: printer, geluidskaart, scanner, muis, toetsenbord, scherm, enz.
Meestal wordt dit automatisch voor je in orde gebracht of je hebt een cd bijgeleverd gekregen bij uw printer/scanner/… om de hardware te installeren.
Indien u een foute driver heeft, zal uw hardware niet correct of helemaal niet functioneren. En dan is het tijd om de PC Dokter te bellen. (;
Encryptie:
Dit is het coderen van gegevens. Men gebruikt dit indien men met informatie bezig is die niet door iemand anders mag worden gelezen. Dit gebeurt aan de hand van een soort geheimtaal. Enkel wie weet hoe het terug te ontcijferen, kan de informatie lezen.
Dit wordt op veel verschillende manieren gebruikt. Op het Internet om je kredietkaart-gegevens geheim te houden, om persoonlijke gegevens over het Internet door te sturen, om geheime informatie door te sturen tussen bedrijven, enz. Bovendien wordt ook steeds meer en meer encryptie gebruikt voor normale doeleinden. Gewone e-mails, gewone berichten en dergelijke worden steeds meer gecodeerd doorgestuurd over het Internet. Dit is mogelijk omdat de computers voldoende snel zijn om zonder problemen de gegevens te coderen en daarna weer te decoderen.
E-mail:
Een e-mail is een boodschap die je via je computer en je internetaansluiting van en naar een andere gebruiker kan doorsturen. Je hebt daarvoor een e-mailadres nodig. Een e-mail is eigenlijk een electronische brief. In plaats van dat je op papier een bericht schrijft, typ je een bericht in.
Het versturen van een e-mail gaat zeer snel. Een e-mail komt in minder dan 1 seconde maakt niet uit waar ter wereld aan.
E-mailen:
Dit is het verzenden van e-mails naar andere mensen.
E-mail adres:
Een e-mail adres is een adres of naam om de elektronische postbus te identificeren. Een adres ” Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. ” bestaat uit je naam en de domeinnaam van je e-mailserver. Een voorbeeld: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. . Hier is het de “webmaster” van de website “YonVie.nl” in het land “.nl” ofwel Nederland. De website kan ook de naam zijn van je provider of een ander bedrijf.
Enter:
De Enter wordt gebruikt om aan te geven dat je naar een nieuwe regel wenst te gaan in een document. Het wordt ook gebruikt om te bevestigen dat iets goed is (bij een vraag van de computer, kan je op Enter drukken in plaats van op OK te klikken).
De Enter-toets staat rechts van uw toetsenbord. Er staat “Enter”, en een pijlje dat een klein stukje naar beneden en dan naar links wijst.
E-shoppen:
Dit is een andere benaming voor het “winkelen op het Internet”. Het bekijken van de producten gebeurt via Internet, het betalen gebeurt meestal via het Internet en de producten worden daarna per post opgestuurd.
Error:
Een error betekent een fout. Indien je dus een “error” krijgt, dan is dit in het Nederlands dat je een “fout” krijgt. Dit kan voorkomen indien er iets niet werkt, er een probleem is, enz.
Exploit:
Hackers gebruiken deze term om naar een programma of broncode te verwijzen die gebruik maakt van een veiligheidslek in een programma.
Exporteren:
Exporteren is ervoor zorgen dat gegevens van een bepaalde plaats naar een andere plaats gaan. Een bedrijf kan bv. gegevens uit een database exporteren naar een gewoon tekstdocument zodat het leesbaar is voor iemand anders. Je kan bv. je eigen favorieten exporteren. Dit zorgt ervoor dat de lijst van favorieten die op je computer staan in één bestand worden geplaatst. Dit bestand kan je vervolgens doorgeven aan iemand anders of later terug halen indien je computer stuk is gegaan. Het omgekeerde van exporteren is importeren. Indien je je favorieten hebt geëxporteerd, dan kan je ze later terug importeren. Het importeren is dus er terug inzetten.
FAQ:
Dit staat voor “Frequently Asked Questions” of in het Nederlands: Veel Gestelde Vragen. Men maakt zo’n pagina of lijst meestal op omdat men over iets veel vragen krijgt. Een FAQ kan je vinden bij veel programma’s, sommige websites, bepaalde diensten, enz.
Je ziet in zo’n FAQ eerst de vraag staan (soms aangeduid door “Q:”, komende van Question (vraag)) en daaronder het antwoord op die vraag (soms aangeduid door “A:”, komende van Answer (antwoord)). Hierdoor kan je snel een antwoord vinden op vragen die veel mensen hebben en die mogelijk je eigen vragen ook oplossen.
Firewall:
Dit is een programma dat uw computer beschermt tegen de gevaren van buitenaf. Deze geeft vooral bescherming tegen hackers en spyware. Het bewaakt uw Internetverbinding en zorgt ervoor dat enkel “veilige” gegevens worden uitgewisseld tussen uw computer en het Internet.
FireWire:
Dit wordt soms ook aangeduid door “1394”, “IEEE 1394” of “i-link”. Het is een methode die ervoor zorgt dat je zeer snel gegevens kan overbrengen tussen twee toestellen. Je kan dit gebruiken voor communicatie tussen een videocamera en de computer, een fotocamera en de computer,… Het kan ook gebruikt worden om een netwerk tussen twee computers te maken zodat ze zeer snel met elkaar kunnen communiceren. FireWire is ongeveer hetzelfde (op gebied van snelheid en mogelijkheden) als USB 2.0.
Flash:
Flash is ontworpen en bedacht door het bedrijf Macromedia. Daarom werd het ook veel aangeduid als “Macromedia Flash”. Sinds een aantal jaren is de software in handen van de software gigant Adobe gekomen. Men spreekt nu dan ook van de Adobe Flash. Dit is een manier voor het opslaan van afbeeldingen en animaties. Niet op de klassieke manier door een figuur in miniscule stukjes te kappen en vervolgens van elk stukje de kleur op te slaan, maar door de figuur op te delen in een reeks van lijnen, cirkels en andere geometrische figuren. Het voordeel hiervan is dat de bestanden enorm klein zijn. In de praktijk zal je een “Flash-website” tegenkomen. Dit zijn websites die (bijna) volledig gemaakt zijn in Flash. De voordelen van deze websites zijn dat ze meestal speciale effecten hebben, veel kleurtjes, enz. Nadelen zijn dat ze traag zijn om in te laden en soms (geregeld) ongebruiksvriendelijk, doordat de maker een beetje té enthousiast is geweest met allerlei effecten.
Flatscreen:
Een flatscreen is een beeldscherm voor uw computer. Het is echter de nieuwe generatie, die “plat” is. Het zijn schermen die maar enkele centimeters dik zijn, terwijl de “oude” generatie beeldschermen zeer diep zijn (tientallen centimeters). De voordelen van een flatscreen zijn dat ze veel minder plaats innemen, gezonder zijn voor de ogen, minder energie verbruiken en meestal ook mooier ogen.
Formatteren:
Een schijf (diskette, harde schijf, cd) kan veel gegevens bevatten. Het is echter zo dat deze eerst moeten worden “geformatteerd” voor je er iets op kan plaatsen. Dit formatteren is nodig om het leesbaar en beschrijfbaar te maken van een schijf voor een bepaald besturingssysteem (Windows, Macintosh,…).
Indien je een schijf formatteerd en er stonden ervoor nog gegevens op, dan zijn alle gegevens verloren. En niet meer terug te halen. Of je schakelt de PC Dokter er voor in die het mischien nog kan terug halen.
Forum:
Een forum is een plaats op een website waarop je met andere mensen kan praten, discussiëren of vragen stellen. Het systeem zit zo dat er meestal verschillende hoofdonderwerpen zijn. Bvb. nieuws, politiek, Internet,… In elk hoofdonderwerp kunnen mensen een bericht op plaatsen. Dit bericht kan door alle andere mensen gezien worden die de website daarna bezoeken. Iedereen kan eventueel hierop antwoorden.
FTP:
Technisch gezien is dit een protocol voor het doorgeven van bestanden. In praktijk maak je hier gebruik van zonder het meestal te beseffen. FTP (komt van File Transfer Protocol) is een standaard die het mogelijk maakt voor het communiceren van 2 computers op het Internet en op deze manier bestanden aan elkaar kunnen doorgeven. Indien je iets op het Internet download (programma,…) dan zal dit meestal via FTP zijn, ook al merk je er niets van.
Je kan het zelf zien doordat er in het adres van het te downloaden bestand in plaats van ‘http://’ vooraan staat, er ‘ftp://’ staat.
Gif:
Dit staat voor Graphics Interchange Format. Dit is een formaat voor afbeeldingen dat ervoor zorgt dat het bestand relatief klein is, dit dankzij een goede compressiemethode. De afbeelding kan maximaal 256 kleuren weergeven. GIF wordt veel gebruikt op webpagina’s.
Google:
Google is een zoekmachine van Google Inc. voor documenten op het World Wide Web, gelanceerd in 1998 door twee promovendi aan de Stanford-universiteit , Larry Page en Sergey Brin . Page en Brin hadden twee jaar gewerkt aan een geavanceerde methode voor het vinden van informatie op internet . Al snel werd Google ’s werelds populairste zoekmachine.
GUI:
Staat voor: Graphical user interface. (Uitgesproken als “goewie”)
Het houd in dat je interactie met een computer hebt waarbij grafische beelden, widgets en tekst gebruikt worden. Heel simpel gezegd onze tegenwoordige computerwereld bestaat louter uit GUI’s. (Vista en XP zijn voorbeelden van GUI’s) Het tijdperk van het goede oude DOS met zijn commando’s is voor een groot deel van ons verleden tijd.
Hackers:
Dit zijn mensen die zonder toestemming iemand zijn computer binnendringen en er gegevens inkijken, stelen, beschadigen of vernietigen. Om je te beschermen tegen hackers heb je o.a. een firewall nodig. En een goed beveiligd draadloos netwerk mocht je gebruik maken van een draadloos systeem.
Harde schijf:
Dit is het opslaggeheugen van uw computer waarom alle gegevens worden weggeschreven zodat u ze later weer kunt gebruiken, ook indien u uw pc afzet. Dit is net het omgekeerde van het werkgeheugen (RAM-geheugen), dit geheugen wordt volledig leeggemaakt zodra u de computer afzet.
Op de harde schijf staat uw besturingssysteem, al uw programma’s en uw persoonlijke gegevens.
Helpdesk:
Een helpdesk is de plaats waar je terecht kan voor hulp. Een bedrijf (provider, softwarebedrijf, computerfirma,…) heeft een helpdesk die je kan helpen. Deze is meestal per telefoon en is ook meestal betalend (0900 nummer). Als je een probleem hebt (je geraakt niet op het Internet, je computer werkt niet meer, een programma wil maar niet werken,…) dan kan je naar de juiste helpdesk bellen. Een medewerker langs de andere kant van de lijn zal je dan proberen te helpen.
Hit:
Een hit wordt gebruikt wanneer men bezig is over het succes van een website. Een hit geeft aan dat er een bestand is opgevraagd van de website. Het opvragen van een internetpagina is dus een hit, maar ook het inladen van figuren zorgt voor verschillende hits alsook het inladen van een muziekje, filmpje, enz. Het aantal hits is dus meestal NIET gelijk aan het aantal paginaweergaves (pageviews). Men drukt het meestal uit hoeveel hits de website heeft per dag of per maand.
Bij een grote website kunnen het aantal hits per maand oplopen tot tientallen miljoenen.
Hoax:
Een hoax is een vals virus. Dit is dus een virus dat geen virus is. Een hoax (letterlijk vertaald “grap”) komt binnen via e-mail. Vervolgens wordt er gewaarschuwd voor een bepaald nieuw virus. Wat er juist in het bericht staat is verschillend van hoax tot hoax. Meestal gaat het erover dat het super gevaarlijk is, dat het dinge doet die normaal niet mogelijk zijn (zichzelf openen bv.), besmettelijk zou zijn voor de mens, enz. Meestal staat er ook in dat het gemeld is door de één of andere tv-zender (BBC, CNN,…), tijdschrift/krant, website of antivirus bedrijf (Norton, McAfee,…). Ook staat er altijd bij dat je het onmiddellijk moet doorsturen naar iedereen die je kent.
Dit is echter niet waar. Het virus bestaat helemaal niet en het is een flauwe grap. Ooit heeft iemand dat bericht in een dwaze bui opgesteld en rondgestuurd. Vele mensen zijn goedgelovig en gaan daadwerkelijk dat bericht op hun beurt ook verder sturen. Op deze manier blijft het jaren rondzwerven op het Internet en maakt het vele duizenden mensen onnodig bang. Bovendien zorgt het voor een onnodige belasting van het Internet.
Conclusie: indien je dit ooit krijgt, stuur het nooit door. Behalve dan naar je prullenbak. Op deze site kan je de meldingen van hoaxen die rondwaren op het Internet terugvinden.
Hosting:
Een website die je kan bezoeken op het Internet moet op een zogenaamde webserver staan (ook internetserver genoemd). Zo’n server is een speciale computer die aangesloten is op het Internet via heel snelle communicatielijnen, zodat het zeer veel bezoekers tegelijk aankan. Bovendien zijn deze goed beveiligd tegen inbrekers. Vele staan zelfs in speciale centra waar de computers op een bepaalde temperatuur worden gehouden, volledige brandveiligheid, garantie van electriciteit (met noodaggregaten voor stroomopwekking ) Dit kost echter een heel pak geld voor één webserver. Als je een kleine website hebt is dit te kostbaar om dit te kunnen betalen. Daarom gaat een bedrijf zo’n server kopen en gaat een klein stukje van het geheugen (harde schijf) doorverhuren. En dit is hosting. Je kan bij zo’n bedrijf een bepaalde hoeveelheid schijfruimte huren om daar je website op te plaatsen. Indien je maar een kleine website hebt kan je heel goedkoop zo toch je website op het Internet plaatsen. Het bedrijf verdient zijn geld door het verhuren van de ruimte aan tientallen of honderden klanten.
Html:
Dit staat voor HyperText Markup Language, een soort taal die op Internet wordt gebruikt om tekst en afbeeldingen mooi op het Internet weer te geven. Zowat elke website is gemaakt in html. YonVie bijvoorbeeld is ook in html gemaakt. Net zoals andere miljoenen sites op het Internet.
HTML e-mail:
Dit is een e-mail die in html geschreven is. Dit maakt het mogelijk dat er allerlei opmaak is in de e-mail: tekst die vetjes is, onderlijd, cursief. Maar ook figuren, tabellen, geluiden en andere zijn dan mogelijk. Eigenlijk is er bijna zoveel mogelijk als er op een website (die ook in html gemaakt is) kan.
Nadeel van een html e-mail is dat niet iedereen dit kan openen. Niet alle programma’s die gebruikt worden voor e-mail ondersteunen dit, al wordt dit wel steeds minder.Er bestaan geen moderne e-mail programma’s die html niet ondersteunen.
Http:
Dit komt van Hyper Text Transfer Protocol. Voor Internet is er een protocol nodig om ervoor te zorgen dat computers met elkaar kunnen communiceren en het op dezelfde manier naar elkaar doorsturen zodat ze het van elkaar verstaan. Dankzij het http protocol is het mogelijk dat je probleemloos met een computer uit Japan, China, Rusland, Amerika, Nieuw-Zeeland of waaar ook ter wereld communiceert.
Als je een internetadres intypt, zal je ook steeds zien dat er “http” voorkomt. Bvb. “http://www.YonVie.nl”. Dit is om aan te gegeven dat je het http protocol gebruikt.
Er bestaan zo nog andere protocols, bv. https, ftp, enz.
HTTPS:
HTTPS is een uitbreiding op het HTTP protocol met als doel een veilige uitwisseling van gegevens. Bij gebruik van HTTPS wordt de data versleuteld, waardoor het voor een buitenstaander, bijvoorbeeld iemand die afluistert, onmogelijk zou moeten zijn om te weten welke gegevens er verstuurd worden. Omdat de gegevens aan beide kanten door de tunnel heen gaan, moeten zowel de server als de client hun data versleutelen en ontcijferen. Dit kost extra rekentijd, en dat is ook de reden waarom deze versleuteling niet standaard wordt toegepast. De versleuteling wordt toegepast op basis van SSL . Vlak voor en na de versleuteling is de gegevensoverdracht identiek aan het HTTP-protocol. HTTPS wordt veel gebruikt bij betalingstransacties per kredietkaart of bij telebankieren .
Hub:
Een toestel waarmee verschillende computers in netwerk kunnen staan. De verschillende netwerkkabels van verschillende computers komen samen in dit toestel. Het toestel zorgt ervoor dat de juiste signalen worden doorgestuurd naar de juiste computer.
Hyperlink (koppeling):
Kortweg ook ‘link’ genoemd. Dit is een referentie naar een ander document of webpagina. Een link in een webpagina verwijst vaak naar een andere internetpagina. Links staan vaak in een ander kleurtje of zijn onderstreept, of beide. Als je er met de cursor overgaat dan verandert die in een handje, zodat je weet dat je er kan op klikken.
ICQ:
Dit staat voor “I Seek You”, ofwel in het Nederlands “Ik Zoek Jou”. ICQ is software om via het internet contact te leggen met andere ICQ-gebruikers.
IRC:
Dit staat voor “Internet Relay Chat”, dit is een internetprotocol dat gebruikt wordt om te chatten. Bijna alle chatboxen gebruiken IRC.
ISDN:
Dit komt van “Intergrated Services Digital Network”. Dit is een mogelijkheid om ook op het Internet te gaan, net zoals de gewone modem, kabel of ADSL. Dit is echter een technologie die vrijwel niet meer wordt gebruikt voor Internet (te duur ten opzichte van kabel of ADSL terwijl de snelheid veel trager is).
Importeren:
Zie exporteren
IMU:
Dit is een advertentie, hetzelfde als een banner maar een ander formaat. Deze is namelijk een vierkant waarbij de breedte dezelfde blijft als de banner, en de hoogte even groot wordt als de breedte. Dit is een van de grootste advertenties die kunnen voorkomen op een normale website.
Inkjetprinter:
Dit is een printer die tekst en afbeeldingen afdrukt door onder hoge druk miniscule inktdruppeltjes op een vel papier te spuiten. Doordat dit perfect wordt uitgevoerd, vormen al deze miniscule inktdruppeltjes uw afbeeldingen en tekst. Indien de printer gebruik maakt van verschillende kleuren, kan deze combinatie van miniscule inktdruppeltjes in verschillende kleuren ook kleurenafbeeldingen en foto’s vormen.
Internet:
Internet (ook wel het Net of het web genoemd) is een netwerk van vele miljoenen computernetwerken over de hele wereld. Met behulp van servers, providers en browsers kan er informatie uitgewiseld worden op het Internet. Op het Internet zitten vele honderden miljoenen mensen.
IP-adres:
Je informatie, die je wilt uitwisselen tussen twee computers, vertrekt en komt aan bij het IP-adres van je netwerkkaart. Het IP protocol laat gegevenspakketten naar hun bestemming “reizen” via verschillende netwerken die deel uitmaken van het Internet. Dit is dus om je te herkennen. Als je een opdracht stuurt naar een website om een bepaalde pagina te bezoeken, geef je je eigen IP adres mee aan die website. De website gaat vervolgens alle gegevens versturen met als ontvanger jou IP adres. Dankzij de goede structuur van Internet komt deze informatie bliksemsnel bij jou terecht.
Java:
Java is een programmeertaal waarmee programmaatjes worden vervaardigd die onder meer in webpagina’s kunnen worden opgenomen. Deze maakt het mogelijk om dingen te maken of dingen te laten gebeuren die met gewone html niet mogelijk zijn.
Je ziet het niet altijd, maar het is er wel. Doordat de makers van website’s de perfecte combinatie maken tussen html en Java zorgen zij ervoor dat er veel mogelijkheden zijn en goede gebruiksvriendelijkheid is.
Jpg:
Dit is de afkorting van JPEG. Dit staat voor “Joint Photographic Experts Group”. Dit is een techniek om foto’s via een speciale compressie te verkleinen. Het idee hierachter is dat men minder informatie gaat opslaan, terwijl wij als mensen die niet echt merken. Dit heeft men kunnen doen door uitgebreide studie van het oog en onze hersenen. Bepaalde contrasten, kleurovergangen en dergelijke nemen wij niet waar, zodat men dit ook niet hoeft op te slaan.
Dit formaat wordt zeer veel gebruikt bij foto’s en andere afbeeldingen en wordt zeer frequent gebruikt op het Internet vanwege de kleine opslaggrootte.
Junkmail:
Zie spam
Kabelinternet:
Deze verbinding gaat via de coaxkabel, die we kennen van de televisie (kabeldistributie). Door de hoge kwaliteit van deze kabel kan deze enorm veel gegevens bevatten. Doordat er verschillende tv-zenders nog vrij zijn op de kabel, gaat men deze niet gebruiken voor televisie, maar gaat men deze gebruiken om Internetgegevens door te sturen.
Deze techniek (met een kabelmodem) maakt het mogelijk tientallen tot honderden keren sneller te kunnen surfen op het Internet dan met een klassieke modem.
Kabelmodem:
Een kabelmodem is een modem die gebruikt wordt voor Internet via de kabel, voor een breedbandverbinding. De kabelmodem stuurt het kabelsignaal, dat binnen komt via de versterker/splitter, door naar je computer. De kabelmodem zorgt voor het ontvangen en versturen van gegevens.
LAN:
Dit komt van “Local Area Network”. Dit is een manier om verschillende computers met elkaar te laten communiceren en dit in een geografisch beperkt gebied. Met andere woorden: een netwerk op kleine schaal. Veel thuisgebruikers gebruiken een LAN om tussen 2 of meerdere computers thuis te communiceren. Ook bijna alle KMO’s en andere bedrijven gebruiken een LAN om tussen hun computers intern (dus niet via het Internet) te communiceren. Je kan het zien als een miniscuul Internet bij u thuis tussen enkel uw eigen computers.
LCD:
Dit komt van “Liquid Crystal Display”. Dit wordt gebruikt voor de zogenaamde flatscreens. Het zijn dunne schermen die gebruik maken van vloeibare kristallen. De voordelen hiervan zijn dat het scherm kleiner is, lichter is en minder stroomverbruik heeft. Bovendien zijn ze beter voor de ogen.
LCD’s worden gebruikt voor computerschermen, maar ook voor tv’s als voor ‘zoeker’ op een digitale fotocamera of videocamera.
Lettertype:
Het lettertype is de soort van weergave van de letters. Alle tekst die je ziet op een computer (in programma’s, in documenten, op websites) zijn gekozen in een bepaald lettertype. Het lettertype op zich is een reeks van figuurtjes die elk overeenkomen met een letter. Op deze manier kan een tekst om vele manieren worden weergegeven door een ander lettertype. Er bestaan lettertypes die grappig zijn, blokletters zijn, heel vetjes zijn, lijken op handgeschreven, enz.
Veel voorkomende namen die je tegenkomt bij lettertypen zijn Times New Roman, Arial, Verdana, Courier, Comic Sans,…
Link (koppeling):
Websites zijn met elkaar verbonden via links of verwijzingen. Dit is de verkorte naam van hyperlink.
Mac-adres:
Een MAC-adres is een uniek nummer dat aan een netwerkkaart in een ethernet -netwerk is toegewezen. Het nummer is bedoelt voor identificatie van de betreffende netwerkkaart. MAC staat voor ” Media Access Control ” en wordt ook wel het hardware-adres genoemd. Het zorgt ervoor dat apparaten in een netwerk met elkaar kunnen communiceren. Ieder netwerkapparaat heeft een vast, door de fabrikant bepaald MAC-adres.
Mac / Macintosh-computer:
Een Mac of Macintosh-computer is een computer gemaakt door het bedrijf Apple. Dit zijn computers die anders zijn gemaakt dan de klassieke computer. Een Mac wordt vooral gebruikt door mensen die bij een reclameburo of krant werken en heel veel bezig zijn met foto’s en andere afbeeldingen.
Een Mac wordt ook gekocht door mensen die vinden dat de gebruiksvriendelijkheid van deze toestellen beter is dan een gewone computer. Er woed dan ook een soort stille oorlog tussen Windows en Macintosh.
Macromedia Flash:
Flash.
Mailbom:
Dit is het versturen van vele keren hetzelfde e-mailtje naar één bepaald e-mail adres. Vooral vroeger zorgde dit voor problemen. Iemand die een bedrijf niet graag had of tegen een persoon niet goed tegen kon, stuurde via een speciaal programma enkele duizenden of tienduizenden keren hetzelfde e-mailtje. Dit maakte dat de e-mail van de ontvanger overbelast werd en op deze manier ontoegankelijk was.
Tegenwoordig is dit een klein probleem doordat er filters voor bestaan, beveiligingen zijn, enz.
Mailbox:
Dit is een opslagplaats voor e-mail. Het is een gebied in het geheugen, waar je e-mail berichten bewaard worden.
Mailen:
Zie e-mailen.
Mailinglist:
Een mailinglist is in het Nederlands een maillijst. Indien je ingeschreven bent op zo’n mailinglist dan ontvang je alles wat er naartoe wordt gestuurd. Meestal is een nieuwsbrief van een website of een ander digitaal magazine een mailinglist.
Mailserver:
Een mailserver is een computer die instaat voor het ontvangen of verzenden van e-mail. Je hebt een inkomende mailserver om e-mail te ontvangen en een uitgaande mailserver om e-mail te versturen. Zo’n mailserver staat meestal bij uw provider en deze zorgt ervoor dat je e-mailtjes kan verzenden en ontvangen.
mIRC:
Dit is de afkorting van Multi Internet Relay Chat. mIRC is een directe communicatievorm via het Internet, waarbij het mogelijk is om met meerdere groepen tegelijk te communiceren. Het is eigenlijk gewoon een uitgebreide versie van IRC.
Modem:
Dit komt van MOdulator/DEModulator. Met een modem kan je computer (via de telefoonlijn of kabel) communiceren met een andere computer. Een modem bestaat in een interne of externe vorm (in de computer ingebouwd, of als apart toestel). Hij zet eigenlijk de digitale signalen van je computer om in analoge (geluids-) signalen voor de telefoonverbinding en omgekeerd.
Moderator:
Een moderator is op het Internet iemand die een forum in het oog houdt. Het is iemand die de mensen kan helpen bij problemen, die berichtjes verplaatst indien ze op de verkeerde plaats gezet zijn, die dubbele berichten verwijderd en mogelijk ook foutieve berichten verwijderd.
Ze zijn eigenlijk de politie van het forum: ze zijn altijd je beste vrienden, je kan er vragen aan stellen, ze helpen je zo goed als mogelijk, enz. Maar indien je slechte bedoelingen hebt, dan heb je ze als vijand nummer 1. Moderators kunnen berichten verwijderen, indien je de regels van dat forum overtreed.
Moederbord:
Het moederbord zit in iedereen zijn computer. Dit is het grootste onderdeel van uw computer, en in de meeste gevallen is het moederbord gemonteerd langs de zijkant van uw kast van de computer. Het moederbord is het belangrijkste en een onmisbaar onderdeel van uw computer. Op het moederbord staat alles aangesloten (harde schijf, cd-rom, diskettestation, netwerkkaart, geluidskaart,…). Bovendien staat op het moederbord uw processor (CPU), de klok en uw RAM-geheugen. Vergelijk het met de hersenen: ze doet de berekeningen en onthoud alles, al de rest is ermee verbonden (hart, longen, ogen,…).
Monitor:
Een monitor is een andere benaming voor het computerscherm (ook beeldscherm genoemd).
MP3:
Dit komt van Motion Picture Expert Group 1 layer 3. Dit is een op het internet erg populair formaat voor muziek en geluidsbestanden. MP3 verkleint de bestanden enorm, terwijl de kwaliteit vrijwel niet wijzigt. De verkleining van het bestand is zo’n 12 keer de grootte van het originele bestand.
MP3 werkt op verschillende manieren om toch de kwaliteit vrijwel niet omlaag te laten gaan, dit op basis van wat het menselijk oor effectief hoort. De frequenties, de combinaties van tonen, enz. die onze oren toch niet kunnen waarnemen, worden weggegooid. Door deze techniek horen we dus geen verschil, terwijl het bestand vele malen kleiner is. Daarom is dit formaat zeer populair om bestanden met elkaar uit te wisselen, net omdat ze relatief klein zijn. Dit maakt dat op een gewone cd waar normaal zo’n 80 minuten maximaal op kan staan, er in één klap 960 minuten (16 uur) op kan.
MSDOS:
MS-DOS staat voor Microsoft Disk Operating System. Dit was een van de eerste besturingssystemen voor personal computers.Met dit besturingssysteem maakte je gebruik van commandos in plaats van het tegenwoordige klikken wat we in onze GUI doen.
MSN:
Dit staat voor “MicroSoft Network”. Dit is een dienst van Microsoft voor e-mail en andere communicatiemogelijkheden dat gedeeltelijk gratis is.
MSN Messenger:
Zie: Windows Live Messenger
Multimedia:
Multimedia wordt meestal mee uitgesproken indien men over een (nieuwe) computer bezig is: een multimedia PC. Dit betekent eigenlijk zoveel dat de computer kan werken met tekst, gegevens, beeld en geluid. Alle computers zijn tegenwoordig mulitmedia PC’s. Men gebruikt dit graag bij reclame om het net iets meer te laten tonen (wat het niet is).
Netiquette:
Dit is de etiquette voor het Internet. Dit zijn (ongeschreven) gedragsregels waaraan je je houdt op het Internet.
Netwerkkaart:
De netwerkkaart staat in voor de netwerkcommunicatie van en naar de computer en is een intern onderdeel van de computer. Een netwerkkaart wordt ook wel een adapter genoemd of NIC, Network Interface Card. Er bestaan verschillende soorten; ISA netwerkkaart, PCI netwerkkaart, PCMCIA netwerkkaart,…
Nickname:
Een nickname is een pseudoniem dat je zelf kan kiezen en gebruiken als je online bent of aan het chatten. Ook schuilnaam wordt gebruikt, dit is een letterlijke vertaling van nickname.
Online / offline:
Op de lijn is dit letterlijk vertaald. Het contact hebben via een telefoon of vaste verbinding met Internet. Het tegenovergestelde is offline. Wanneer uw computer direct contact heeft met een andere computer via een telefoonlijn of via een netwerk, spreekt men van online. Indien er geen direct contact is spreekt men van offline.
Meestal gebruiken we dit enkel voor het Internet. Indien we op het Internet aan het surfen zijn, zijn we online. Indien we niet op het Internet zitten (computer uitgeschakeld, geen verbinding,…) zijn we offline.
Pageview:
Een pageview wordt gebruikt indien men spreekt over het succes van een website en/of het aantal bezoekers van die website. Een pageview in het Nederlands betekent paginaweergave. Indien men zegt dat een website x pageviews heeft op een maand, dan bedoelt men dat er door alle bezoekers samen op 1 maand x aantal keren een pagina wordt weergegeven. Een paginaweergave is steeds indien je op een link klikt op een website om naar een andere pagina te gaan.
Bij grote websites loopt dit cijfer in de miljoenen per maand.
Patch:
Dit is een klein programmaatje dat de gebruiker moet downloaden en installeren om bepaalde veiligheidslekken of programmafouten op te lossen. Dit wordt meestal gratis geleverd door het bedrijf dat de software heeft gemaakt waar zo’n fout inzit.
PC:
Dit staat voor Personal Computer. Men gebruikt het als synoniem voor “computer”.
Soms gebruikt men ook PC om het verschil aan te duiden tussen een “Windows-computer” met bvb. de Macintosh-computer.
PCMCIA:
Een PCMCIA-kaart is een insteekkaart voor een laptop.
De letters staan voor Personal Computer Memory Card International Association. De kaart is net zo groot als een creditkaart. Deze kaart werd ontwikkeld als standaard voor het aansluiten van uitbreidingen op de hardware van notebooks.
Pixel:
Een pixel is een enkele punt op het beeldscherm van de computer of in een digitaal beeld. Veel punten bij elkaar geven een beeld. Alles wat op het scherm te zien is bestaat uit een veelvoud van pixels. Het aantal pixels op een scherm (uit of aan) is bepalend voor de resolutie van het beeldscherm. Hoe meer pixels beschikbaar zijn, hoe hoger de beeldkwaliteit is.
Platform(on)afhankelijkheid:
Dit is het al dan niet afhankelijk zijn van een bepaald besturingssysteem. Sommige programma’s of programmeertalen kunnen bvb. enkel werken onder Windows, andere kunnen zowel werken onder Windows, Linux, Mac,…
Plug & Play:
Als u een extra toestel aan uw computer aansluit (muis, toetsenbord, scherm, scanner, camera,…) en deze ondersteunt Plug & Play, dan moet je het toestel enkel in je pc insteken (kabel aansluiten) en Windows zal automatisch het toestel detecteren en alle software installeren, zodat jij niets meer moet doen.
Plug-in:
Dit is een klein programmaatje dat in een bestaand programma wordt geïntegreerd om nieuwe functies te kunnen vervullen. Zo’n plug-in is bijvoorbeeld Flash, een chatbox,…
Een voorbeeld van zo’n plugin is de chatbox van Seniorennet. Het binnenhalen (downloaden) van zo’n plug-in duurt normaal enkele seconden en maakt het mogelijk dat er heel wat extra functies mogelijk zijn.
Poll:
Dit is een ‘peiling’ die men doet op een website. Hier vraagt men de bezoeker om een antwoord te geven op een vraag. Je krijgt verschillende mogelijk antwoorden en moet er eentje aanduiden. Na het antwoorden ziet men meestal ook wat de andere bezoekers geantwoord hebben. Antwoorden op een poll is anoniem. Op Seniorennet bijvoorbeeld zijn er ook zeer geregeld poll’s (onderaan het menu).
POP:
POP is het lokaal toegangspunt tot Internet, het staat voor “Point Of Presence”. De provider heeft één of meerdere POP’s. Meestal is dit de plaats waar de gegevens van de telefoonlijn of coaxkabel worden omgezet naar een glasvezelkabel.
POP3:
POP3 is een protocol voor het afhalen van e-mail.
Pop-up:
Dit is een reclameboodschap dat in een klein, nieuw venstertje opent. In dit kleine venstertje staat er reclame van een adverteerder, en als je er op klikt, word je doorgestuurd naar de site van de adverteerder. Dit is een reclametechniek die door bijna iedereen wordt ervaren als de meest irriterende reclame.
Pop-under:
Dit is hetzelfde als de pop-up, maar in plaats van dat je de advertentie zie verschijnen bovenop de webpagina, verschijnt die onder de webpagina. Hierdoor heb je er op het ogenblik zelf geen echte last van, je weet zelfs meestal niet dat deze er is. Enkel bij het sluiten van het browservenster zal je de advertentie zien. Je weet echter meestal niet van welke website het kwam. Dit heeft als voordeel voor de website dat hun bezoekers niet op hen kwaad zijn voor de vervelende advertenties, gewoon omdat men niet weet dat het juist van hén kwam.
Portaalsite:
Een portaalsite, of ook wel een “portal” genoemd (op zijn Engels), is een site die gemaakt is om als startpagina ingesteld te worden in je internetbrowser.
Een goede portaalsite biedt veel nuttige links, diensten en informatie. Seniorennet is een perfect voorbeeld van een goede portaalsite voor 50-plussers.
Postvak IN:
Het postvak in komt je tegen in je e-mail programma. Hier komen alle e-mails te staan die iemand anders naar jou heeft toegestuurd. Je kan hier je e-mails lezen en eventueel beantwoorden.
Postvak UIT:
Het postvak uit kom je tegen in je e-mail programma, net zoals de Postvak IN. Dit is de plaats waar alle e-mails samenkomen die moeten worden verstuurd. Meestal is deze map leeg, omdat het versturen van een e-mail meestal niet meer tijd vraagt dan een seconde.
Privacy Policy:
Dit is het beleid van de privacy van de gebruiker op bvb. een bepaalde website. Hierin wordt bvb. gezegd wat men doet met de ingegeven gegevens, hoe men de gegevens beschermt of eventueel doorgeeft aan derden,… Ook Seniorennet heeft zo’n privacy policy, omdat wij het zeer belangrijk vinden dat onze bezoekers weten wat wij met de gegevens doen die wij krijgen van hen (bv. het e-mail adres voor de nieuwsbrief). Wij beschermen deze met alle mogelijke middelen.
Protocol:
Protocol is een overeenkomst voor het verzenden van gegevens tussen twee apparaten, zodat de gegevens correct aankomen en door beide apparaten worden verstaan.
Indien een protocol gebruikt wordt, maakt het niet uit welk besturingssysteem erop staat, welke versie, hoe oud het is, in welk land het staat, enz. Via dit protocol kunnen beide toestellen elkaar verstaan.
Provider:
Een provider is een bedrijf dat aan gebruikers en bedrijven toegang biedt tot Internet. Als je informatie opvraagt bij een website vertrekt de informatie van de website server, gaat over het Internet naar jouw provider om vervolgens aan te komen op uw computer. Uw browser zal dan de gegevens laten zien.
Proxyserver:
Een proxyserver is een server die tussen de browser van de klant en de echte website staat. Een proxyserver gaat enorm veel informatie opslaan. Druk bezochte website’s gaat deze computer intern opslaan. Indien er dan een aanvraag komt van één van de klanten van de provider voor die website, gaat die éérst kijken of die de website nog niet heeft opgeslagen. Indien wel, worden deze gegevens doorgestuurd naar de klant. Indien niet, dan wordt de aanvraag gewoon doorgestuurd.
Zo’n proxyserver wordt gebruikt omdat dit goedkoper is voor de provider. De provider zelf moet namelijk betalen per aanvraag dat het zelf verstuurt naar het wijde Internet. Elke aanvraag die de proxyserver dus kan antwoorden, is winst voor de provider.
Queries:
Queries stellen de gebruiker in staat op eenvoudige manier gegevens interactief op te zoeken en te bekijken, te wijzigen en te analyseren. Een voorbeeld van een query kan zijn uit een database met namen en adressen: maak een lijst van alle personen uit de database die in Amsterdam wonen .
Qwerty:
De aanduiding Qwerty slaat op het soort van toetsenbord je hebt. De eerste 6 letters linksboven op de eerste rij van het toetsenbord vormen een ‘naam’. Afhankelijk van wat deze vormen heb je een ander soort toetsenbord. Indien er Qwerty staat, heb je een zogenaamd Qwerty-toetsenbord. Deze wordt in de meeste landen wereldwijd gebruikt en is gemaakt voor het Engels.
Wij gebruiken in Vlaanderen een Azerty toetsenbord, net zoals de Fransen en nog enkele landen. De reden is dat dit toetsenbord voorzien is op Franse tekens (denk aan é, è, ç, à, ù).
Resolutie:
In algemene fotografische termen staat resolutie voor het ‘oplossend vermogen’ van een beeld. Simpel gezegd: het aantal individuele, niet in elkaar overvloeiende puntjes dat je in een beeld of op een afgedrukte foto kan onderscheiden. Hoe hoger dit getal, hoe fijner de puntjes, hoe gedetailleerder het beeld, hoe beter. De resolutie zegt dus veel over de kwaliteit van het beeld.
Redirect:
Is het automatisch doorsturen van bezoekers van een bepaalde webpagina of website naar een andere webpagina of site. Hier merkt u niets van. Dit wordt om verschillende redenen gedaan door webmasters. Meestal omdat een website verhuisd is, ook wel wordt een bezoeker doorgestuurd omdat hij een specifieke browser gebruikt en er op de website een aangepaste pagina gemaakt is speciaal voor die browser.
Router:
Een router is hardware dat tussen de modem en uw computers geplaatst wordt. Met een router regelt u uw Internetverkeer. Met een router is het ook mogelijkom uw netwerk te beveiligen tegen hackers. Daarnaast kan de router gebruikt worden voor het aansluiten van meerdere computers op uw modem, zodat meer dan een computers gebruik kunnen maken van de Internet aansluiting. De router regelt het dataverkeer en zorgt ervoor dat de gevraagde informatie bij de juiste computer aankomt. Een router is betrekkelijk eenvoudig aan te sluiten. Een handleiding daarvoor vindt u hier.
Schermafdruk:
Dit is een ‘foto’ van de inhoud van een computerscherm, ook wel screenshot genoemd. Je kan deze nemen door op de toets “Print Screen” te drukken, de ‘foto’ kan je dan gebruiken in een tekstverwerker of beeldververwerkingsprogramma. Je krijgt hem weer terug door in je tekstverwerker of beeldverwerkingsprogramma (bv paint) op de toets “control” en tergelijkertijd op de toets “v” te drukken.
Schermresolutie:
Uw scherm op zich blijft altijd hetzelfde. Maar u kan in Windows de schermresolutie aanpassen. Hoe hoger de schermresolutie, hoe meer pixels er worden weergegeven, en hoe meer informatie er op uw scherm kan komen.
Maar hoe hoger de schermresolutie, hoe kleiner alle letters zullen worden.
Schuilnaam:
Op het Internet kan je een schuilnaam gebruiken, ook wel “nickname”, “nick” of “pseudonaam” genoemd. Dit houdt in dat je een andere naam gebruikt dan je echte naam. Het voordeel hiervan is dat je steeds anoniem blijft, en dat niemand kan weten dat jij dat echt bent.
Op een chatbox moet men bv. altijd een schuilnaam invullen om te chatten. Normaal gezien kies je één keer een schuilnaam, en blijf je deze behouden; je verandert niet. Indien je regelmatig verandert weten de anderen niet dat jij het bent, en dit kan tot vervelende situaties leiden.
Screensaver:
Dit is een programma dat het inbranden van uw beeldscherm voorkomt. Als uw pc aanstaat, maar niet wordt gebruikt, dan zou uren aan een stuk exact hetzelfde beeld op uw scherm staan. Dit zou op lange tijd er zo voor kunnen zorgen, dat het beeld erin ‘brandt’. De screensaver zet bewegende beelden, of afwisselende beelden op het beeldscherm, zodat deze steeds verschillend zijn en dus geen gevaar meer zijn voor uw scherm.
Tegenwoordig hebben zowat alle schermen een eigen beveiliging, die het beeldscherm laten uitvallen na een bepaalde periode, om het inbranden te voorkomen. De nieuwe flatscreens (platte schermen) kunnen bovendien helemaal niet meer inbranden. De screensaver wordt daarom hoofdzakelijk nog gebruikt voor het plezier.
Scripts:
Dit zijn kleine programma’s die in webpagina’s worden verwerkt.
Scrollen:
Scrollen is het naar beneden schuiven van een pagina. Dit naar beneden ‘rollen’ kan met de draaiknop bovenop de muis. Of de pijltjestoetsen op het toetsenbord gebeuren.
Search engine:
Ook wel zoekmachine of zoekrobot genoemd. Dit is een programma op een site waarin je een trefwoord intikt en dan gaat de zoekmachine zoeken op het internet naar sites die verband houden met de door jou ingetypte term. De gevonden sites kan je dan simpelweg aanklikken om ze te bekijken. De bekendste zijn Google, Yahoo, Altavista, Advalvas en Lycos.
Selecteren:
Selecteren is iets aanduiden. Indien je een tekst moet selecteren betekent dit dat je de tekst moet aanduiden. Dit aanduiden kan meestal door het met de linkermuisknop klikken op het begin van de tekst, de muisknop ingedrukt houden en de muisaanwijzer slepen tot het einde van de tekst en vervolgens de knop loslaten. Maar dit kan verschillen van programma tot programma.
Server:
Een server is een computer in een netwerk, die de werking van (een deel van) het netwerk beheert. Elke server heeft een IP-adres om te kunnen communiceren met andere computers.
Website’s staan ook op dergelijke servers. Een Internetserver, websiteserver of webserver genoemd. Deze computer zorgt ervoor dat iedereen de website kan raadplegen, maakt de pagina’s aan, zorgt ervoor dat je de figuren kan downloaden, enz.
Meestal zijn zo’n servers zeer sterke toestellen die ook sterk beveiligd zijn tegen het uitvallen. Meerdere netwerkkaarten, meerdere harde schijven enz. moeten ervoor zorgen dat indien er iets stuk gaat, de server toch zijn werk kan blijven doen.
Shareware:
Dit is software die je kan downloaden van het internet en die je gedurende een bepaalde tijd gratis mag gebruiken. Na deze periode moet je beslissen of je het programma interessant vindt of niet. Indien je het interessant vindt, moet je ervoor betalen.
Shareware is soms het volledige programma, soms hebben de programma-makers ook wel een beperking ingebracht, zodat je niet alle functies van het programma kan gebruiken, zodat je gemotiveerd wordt om het programma te kopen.
Shift-toets:
De shift-toets staat op je toetsenbord. Meestal staat er op de toets “Shift” ofwel een pijltje naar boven. De toets staat meestal helemaal links onderaan uw toetsenbord. De shift-toets zorgt ervoor dat je een hoofdletter kan typen. Indien je gewoon op de “a” drukt, zal er een kleine “a” verschijnen. Indien je de shift-toets indrukt, vervolgens op de “a” drukt en vervolgens de shift-toets weer loslaat zal er een hoofdletter “A” verschijnen.
Indien je een lange tekst met hoofdletters moet typen, kan je “Shift Lock” gebruiken. Deze staat altijd net boven de shift-toets, links van het toetsenbord. Soms staat het ook aangeduid door een hangslotje. Indien je deze toets even indrukt, zullen alle volgende letters in hoofdletters zijn. Druk terug op de “Shift-Lock”-toets en alle volgende letters zijn weer kleine letters.
Site map:
Een site map is een overzicht van wat er allemaal op de site staat. Het is zoals de inhoud van een boek, de inhoud van de website. Dit wordt gebruikt om snel op de juiste plaats te komen. Nadeel is echter dat hoe groter de website is, hoe moeilijker een site map te maken is. Daarom zal je bijna nooit op een grote website een site map tegenkomen.
Sjabloon:
Dit is een standaardindeling die alle basisinstellingen en eventueel teksten bevat die je kan gebruiken als uitgangspunt voor een Word-document. Uiteraard bestaan er ook sjablonen voor PowerPoint, Excel en nog voor vele andere programma’s.
Skyscraper:
Dit is een advertentie. Hetzelfde als een banner, maar in plaats van liggend van vorm, is deze verticaal van vorm. (Zo’n 4 keer zo smal als een banner, maar zo’n 5 keer zo hoog).
Smiley:
Deze worden ook wel emoticons genoemd. Dit is een tekeningetje samengesteld uit letters of leestekens. Die tekeningetjes illustreren vaak de stemming van de afzender van een e-mail, sms’je of iemand op de chat. Een voorbeeld:
SMTP:
SMTP is een protocol dat gebruikt wordt voor het verzenden van e-mail.
Software:
Dit zijn de programma’s die op een computer kunnen worden uitgevoerd. Het is hetgene dat je niet kan “vastnemen”. Het deze die ervoor zorgen dat uw computer ook effectief iets nuttig kan doen, zonder deze zou de machine niets kunnen uitvoeren.
Software is bv. uw besturingssysteem (Windows, Mac OS,…). Maar software is bv. ook Word (tekstverwerker), Paint (figuren), Internet Explorer (browser), spelletjes, rekenmachine, enz.
Spam:
Deze term wordt gebruikt voor ongevraagde reclame via e-mail. Dit wordt door veel mensen ervaren als zeer irritant.
SSID:
SSID staat voor Service Set Identifier. Het is de manier om draadloze Wi-Fi netwerken te herkennen. Met het SSID is het mogelijk om draadloze computer netwerken van elkaar te onderscheiden, dit door elk draadloos netwerk een aparte naam (SSID) te geven.
Startpagina:
Bij het opstarten van je browser of wanneer je op de Home-knop klikt, kom je automatisch terecht op de website, die je als startpagina hebt ingesteld.
Als startpagina kies je meestal een website die voor jezelf erg handig is. Dat je van daaruit snel naar andere plaatsen kan surfen of vanaf die website veel informatie kan vinden, interactiviteit, enz.
Een voorbeeld van een goede startpagina die handig is, is Google. Je hebt met deze site onmiddellijk toegang tot het Internet. Je kan gaan waarnaar je maar wilt.
Steganografie:
Dit is een techniek om tekst of andere informatie te verbergen in een ander bestand (bvb. afbeeldingen, geluidsbestand,…). Dit maakt het moeilijk voor derden die op je harde schijf zoeken naar bepaalde informatie.
Stuurprogramma:
Zie Driver.
Support:
Support is het Engels voor hulp. Indien je ergens support van hebt betekent dit zoveel dat je hulp en assistentie kan krijgen voor dat bepaalde product of dienst. Soms is dit via e-mail, soms via telefoon of soms beide.
Surfen:
Het betekent dat je je van de ene informatiegolf naar de andere begeeft via je webbrowser. Je webbrowser is dus eigenlijk de surfplank waarmee je van de ene golf in de andere rolt. Je surft via links tussen verschillende websites op zoek naar interessante onderwerpen, via zoekmachines of door het ingeven van adressen.
Surfen is dus gewoon het bekijken van webpagina’s, het bezig zijn op Internet.
TCP/IP:
Dit komt van “Transmission Control Protocol/Internet Protocol”. TCP/IP is een combinatie van TCP en IP. Dit is een afspraak over hoe computers informatie uitwisselen. Zij zorgt ervoor dat de informatie verstuurd word, dat deze informatie in kleine pakketjes wordt verdeeld en dat ze allemaal even groot zijn. Vervolgens hangt het op elk pakketje het adres naar waar het verstuurd moet worden en wie de afzender is. Vervolgens wordt het verstuurd over het Wereld Wijde Internet. Als ze bij de ontvanger aankomen zorgt de TCP/IP daar ervoor dat ze in de juiste volgorde worden gerangschikt, en dat de originele informatie opnieuw wordt samengesteld (alle pakjes uitpakken). Doordat iedereen met hetzelfde protocol werkt, kan je probleemloos communiceren via TCP/IP over de hele wereld.
Teller:
Een teller gebruikt men op website’s om het aantal bezoekers van die website te tellen. Men kan op die manier zien of de site succesvol is of juist niet.
Tegenwoordig heeft men heel ingewikkelde en uitgebreide tellers waarmee de webmaster kan zien waar de mensen vandaan komen, wanneer, met welke browser ze werken, welke schermresolutie,…
Een teller is echter bijna nooit exact, dit door het gebruik van proxyservers. Zij gaan namelijk de informatie die de bezoeker opvraagt van hun eigen harde schijf halen en niet bij de website zelf, waardoor de bezoeker niet wordt geteld.
TFT:
Dit staat voor “Thin Film Transistor”. Het is een soort scherm dat je herkent aan zijn zeer platte achterkant, ook aangeduid als “flatscreen” of plat scherm. Het is een andere techniek als de LCD schermen. De TFT schermen hebben het voordeel sneller te reageren dan de LCD schermen. Verder verbruiken ze ook minder energie en zijn ze beter voor de ogen dan de klassieke schermen (dikke CRT schermen).
Thumbnail:
Een thumbnail is een verkleinde versie van een grotere foto. Dit wordt vaak gebruikt om een lijst van foto’s of andere afbeeldingen makkelijk en overzichtelijk te laten zien. Wanneer je op de foto klikt, krijg je dan de originele (grotere) versie te zien.
TKIP:
TKIP is de afkorting voor Temporal Key Integrity Protocol, en wordt gebruikt bij WPA beveiliging in draadloze netwerken. TKIP regelt dat de beveiligings sleutels regelmatig en automatisch worden veranderd hierdoor is het het moeilijker om in te breken op het WPA beveiligde draadloze netwerk.
Trojan ofwel Trojaans paard:
Een programma dat, eenmaal geïnstalleerd op uw computer, een hacker volledige controle verleent over de computer van het slachtoffer. Dit programma is niet in staat zichzelf te vermenigvuldigen en is dus niet “besmettelijk” voor andere computers. Het is echter zo dat men dit kan combineren met een virus dat zich wel verspreidt, en zo het toch overal op komt te staan.
Tutorial:
Dit is een leerprogramma of een introductie van een programma. Dit is bedoeld als handleiding, meestal is het echt een start voor een bepaald programma of functie met stap voor stap uitleg hoe u het moet doen.
URL:
Dit komt van “Uniform Resource Location”. Een URL is het adres van een document of een bron op het Web. Het adres bevat informatie over het te gebruiken protocol, over het IP-adres en de locatie van de bron.
Bvb: http://www.YonVie.nl. Deze geeft aan dat men het “http” protocol moet gebruiken, dat je op het “www” (World Wide Web, ofwel Wereld Wijde Web) wilt surfen, dat je “YonVie” oproept in “.nl” (Nederland).
Een URL zorgt ervoor dat je eenvoudig het adres van een website kan onthouden. De echte originele adressen zijn namelijk reeksen cijfers, die niet eenvoudig te onthouden zijn. Daarom gebruikt men lettercombinaties en/of woorden om het eenvoudig te onthouden, snel en foutloos te kunnen intypen.
Update:
Programma’s worden regelmatig vernieuwd of gezuiverd van kleine fouten. Het is echer niet altijd nodig om zo’n nieuwe versie te kopen, deze zijn gratis te downloaden van het internet, of tegen een zeer lage vergoeding (transportkosten) op cd of diskette te krijgen. Microsoft komt maandelijks met een update van zijn besturingsysstemen. Meestal iedere eerste dinsdag van de maand.
Upgrade:
Upgraden (opwaarderen) is het krachtiger maken van een pc. Upgraden is af en toe nodig als u merkt dat uw pc niet meer goed meekomt met de huidige technieken kan de pc dokter altijd kijken of een upgrade handiger is dan meteen een nieuwe pc aan te schaffen.
Deze term wordt soms ook verward met Update (het vorige).
Uploaden:
Uploaden is het versturen van een bestand naar een andere computer via het internet. Bij uploaden kopieer je een bestand van jouw computer naar een andere. Downloaden is net het omgekeerde (dan gaat het van een andere computer naar uw computer). Bij uitwisseling van gegevens is er dus altijd een computer die de informatie upload en steeds een andere computer die de gegevens download.
Uptime:
Met uptime wordt bedoeld de periode dat een server (server-uptime) of een netwerk (netwerk-uptime) online is. Bij Linux wordt gerekend vanaf de laatste restart maar in het algemeen wordt de gemiddelde ‘uptime’ bedoeld. Bij servers kan altijd iets misgaan in de software of in de hardware, of vanwege onderhoud een herstart nodig zijn. Daarom ligt de server-uptime altijd lager dan de netwerk uptime. In sommige datacenters wordt een netwerk-uptime van 100% gehaald (2 jaar lang nooit offline geweest) terwijl een individuele server best eens even offline kan zijn.
USB:
Dit staat voor “Universal Serial Bus”. Dit is een serieel verbindingssysteem voor het aansluiten van allerlei randapparatuur op je pc zoals een toetsenbord, muis, camera, scanner,… USB is sneller dan parallelle of seriële poorten.
USB 2.0:
Dit is hetzelfde als USB, maar enkel een nieuwe versie ervan, deze is 40 keer sneller dan de gewone USB.
Vulnerability:
Dit is eigenlijk de Engelse term voor een veiligheidslek. Dus een fout in een programma dat hackers toelaat ongeoorloofde dingen te doen op uw computer.
Wardriven:
Wardriven is het detecteren van draadloze netwerken (Wi-Fi). Met behulp van een laptop met netwerkkaart, bepaalde software, een goede mobile antenne en een GPS apparaat, worden de access points in kaart gebracht. Op die hotspots is relatief vaak een internet verbinding mogelijk doordat beveiliging ontbreekt.
Warez:
Dit is een verzamelnaam voor illegale software.
Webcam:
Een webcam is een kleine camera die je kan kopen. Een webcam wordt aangesloten op de computer en kan vervolgens foto’s of beelden doorsturen naar de computer. Een webcam wordt gebruikt om een uitzicht (in de bergen, de stad, het weer…) op het Internet te laten zien aan de rest van de wereld. Maar webcams kunnen ook gebruikt worden om met eender wie ter wereld (die uiteraard ook over een webcam beschikt) te communiceren via zowel geluid (met microfoon) als beeld. Zo kan je ook de ander zien terwijl die aan het praten is.
Webmaster:
De webmaster is de persoon die een bepaalde website beheert, meestal is dit ook de ontwerper van de site. Hij zorgt ervoor dat de website bereikbaar en up-to-date blijft. Bovendien zorgt die ook als er problemen zijn met de website, dat deze vrijwel onmiddellijk worden opgelost.
De webmaster van bv YonVie is Jan Talens
Meestal is de webmaster van een website te contacteren via het adres webmaster@website-adres. Dus bv. Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.
Webserver:
Een webserver is een server die websites beheert. Wanneer je een URL typt in je browser, zendt de browser een aanvraag naar de webserver, waaraan de aanvraag gericht is. De server zendt de juiste informatie door en via je browser kan je die vervolgens bekijken.
Website:
Een website is een pagina met tekst, figuren en soms ook bewegende beelden en geluid die je kunt opvragen via Internet. Websites zijn met elkaar verbonden via verwijzigen. Deze verwijzingen noemt men links of hyperlinks. Elke website op het Internet heeft een adres of URL.
Een voorbeeld van een website voor tips en tweaks voor Windows Vista is de vista-helpdesk.nl, met het adres http://www.vista-helpdesk.nl
Wi-Fi:
Wireless Fidelity, de term voor draadloze netwerken.
Windows Live Messenger:
Windows Live Messenger (WLM) is de huidige naam van de Instant Messaging Service van Microsofts Windows Live-platform. Deze heette voorheen MSN Messenger (vóór versie 8), de naam waaronder het het meest bekend is. De naamwijziging lag in verband met opsplitsing van Microsoft Network in MSN en Windows Live.
Met dit programma kunnen gebruikers met een “Windows Live ID” elkaar digitale berichten sturen. Daarnaast biedt MSN Messenger ondersteuning voor audio en video. Ook is het mogelijk om spelletjes te spelen, “winks” te versturen (kleine Flash-filmpjes die automatisch worden afgespeeld), dynamische schermafbeeldingen te gebruiken enzovoort.
Windows Live Messenger en de vroegere MSN Messenger 7.5 zijn alleen bestemd voor Windows XP en Windows Vista. De oudere versies van Windows kunnen alleen gebruik maken van MSN Messenger 7.0 of lager. Voor Apple Mac computers bestaat er Microsoft Messenger voor Mac, waarmee men met de Windows-versie kan communiceren. De nieuwste versie daarvan is 6.0.1. Ook bestaan er onofficiële cliënten waarmee men kan communiceren op Microsoft’s MSN netwerk, zoals Gaim, aMSN of Adium X.
WMA:
Dit is de afkorting van “Windows Media Audio”. Dit is een alternatief voor MP3 bestanden, ontworpen door Microsoft. De WMA-codeermethode is speciaal ontworpen om muziekbestanden zo compact mogelijk te maken, 2 maal zo compact als MP3. In een WMA-bestand zit dus geluidsinformatie, bij het afspelen van zo’n bestand zal deze informatie omgezet worden in echt geluid.
WWW:
Ofwel het World Wide Web, het Wereld Wijde Web, het Net, het Internet of het Web. Het WWW is een syteem van webservers, die specifieke gevormde documenten ondersteunt. De taal van deze documenten is HTML. Omdat websites met elkaar verbonden zijn door een wirwar van verwijzingen, wordt de verzameling van alle websites samen het Web genoemd. Het hele WWW vormt dus het Internet waarop u kan surfen.
Als u in een internetadres de “www” intypt, maakt u dus hiervan gebruik. Bv. www.YonVie.nl
Zip code:
Dit is geen echte computerterm. Dit is gewoon de Engelse benaming van postcode. Indien men dus je “zip code” vraagt, is het gewoon je postcode van je (thuis)adres.
ZIP-bestand:
Een ZIP bestand is een bestand dat verkleind is. Dit kan door allerlei speciale technieken om zo de opslagruimte te verkleinen. Op deze manier kan je méér gegevens op dezelfde harde schijf, diskette, CD of DVD krijgen. Of dezelfde gegevens veel sneller versturen via het Internet of via e-mail.